Volgens de Grondwet is het geven van onderwijs vrij. Het wettelijke kader is algemeen van opzet: Een breed pakket van leer- en vormingsgebieden, voldoende aandacht voor brede ontwikkeling, het onderwijs afstemmen op de ontwikkeling van de leerlingen, ....
Binnen dit wettelijke kader kan een school zelf bepalen op welke wijze deze opdracht wordt uitgevoerd en daarmee ook wat zij verstaat onder goed onderwijs. En dat opent voor een school de weg naar een antwoord op de vraag: Wat vinden wij een goede leraar?
Insula kan u heel gericht helpen bij het beantwoorden van deze vraag. We doen dat echter niet met de alomtegenwoordige competenties. In de praktijk blijken deze namelijk heel lastig vertaalbaar te zijn naar praktisch handelen. Veel goede bedoelingen en inzet leiden daardoor niet tot de gewenste gedragsverandering op de werkvloer.
Wij hebben voor u een gerichte procesanalyse gemaakt, waardoor we de kerntaken in heldere overzichten kunnen aanbieden. U kunt hier bij denken aan:
132003 |
Het realiseren van de didactische en pedagogische ondersteuning van individuele leerlingen via klassenmanagement, ook wanneer de groepsgrootte of individuele leerlingproblematieken dat lastig maken |
161007 |
Het uitvoeren van een diagnose (Wat is de exacte oorzaak voor de stagnatie van een leerling? Welke specifieke hulp is nodig?)
|
Via uitgekiende vragenlijsten brengen we de ontwikkelingsbehoefte van individuele leraren op deze kerntaken in beeld.
Vervolgens bieden we praktische hulp en ondersteuning om een leraar te helpen haar bekwaamheid in deze taak te vergroten. Of we helpen u dit ontwikkelingsproces via de inzet van eigen collega's in uw school te organiseren.
Tenslotte gebruiken we het Insula Management Informatie Systeem om voor elke leraar een bekwaamheidsdossier aan te leggen, zodat iedere leraar de persoonlijke professionele ontwikkeling kan bijhouden. Zonder extra inspanning voldoet u daarmee direct aan de eisen van de Wet BIO.
De verwachtingen ten aanzien van een goede leidinggevende zijn niet altijd duidelijk geconcretiseerd. Ben je nu: Innovator, ondernemer,stimulator, begeleider, coördinator, manager, bestuurder, kwaliteitsbewaker? Van alles wat of één of meerdere rollen in het bijzonder?
Hoe dan ook, U dient zich als leider te profileren en waar te maken. Het is daarbij belangrijk te beseffen dat de meeste mensen gevoelig zijn voor de manier waarop dingen worden gezegd of gevraagd. Zeker daar waar verwachtingspatronen onduidelijk zijn uitgewerkt.
De manier van leiding geven is de meest kritische factor in iedere organisatie. Dat is zeker het geval als zaken niet duidelijk zijn of als er weerstand optreedt. Er wordt scherp op u gelet en u kunt niet alle zorgen en twijfels, plannen en ideeën intern bespreken.
U heeft echter wel behoefte aan iemand die goed kan luisteren, geen interne belangen heeft, die u als klankbord kunt gebruiken, die u kan wijzen op mogelijke valkuilen en concrete ideeën aanreikt om knelpunten op te lossen.
In dat geval dienen wij u graag van advies.
Geen mens is in staat om de totale en gecompliceerde werkelijkheid in al zijn aspecten te kennen en te bevatten. Daarom heeft een ieder van ons zich in de loop van zijn leven een eigen beeld gevormd over hoe de wereld in elkaar zit. We hebben opvattingen over hoe we zelf zijn, over vrienden, kennissen en collega's, over maatschappelijke ontwikkelingen en over ons werk.
Voor onszelf is dit model van de wereld onze objectieve werkelijkheid geworden en aan de vanzelfsprekendheid die daaruit voortvloeit, twijfelen we niet. Sterker nog, de manier waarop de werkelijkheid door ieder persoonlijk wordt ingekleurd, wortelt zich in de totale persoonlijkheid: in denken, voelen en in handelen.
We ontwikkelen handelingspatronen, waarmee we in de loop van ons leven vertrouwd raken en waarin we bedreven worden. Aan deze patronen houden we ook vast. Deze hebben immers al zo vaak bewezen effectief te zijn. Maar zodra we met andere mensen samenwerken, ervaren we de betrekkelijkheid van onze en andermans ideeën.
Het is daarom belangrijk eens stil te staan bij deze patronen. Ze vormen de drijfveer van individueel functioneren en de belangrijkste schakel voor onderling begrip en samenwerking. Daar waar voldoende uitwisseling ontbreekt, groeit afstand, spanning en ineffectiviteit. En daar zit niemand op te wachten, u zeker ook niet!
Iedereen weet wat hem in het werk wel of niet aanspreekt, wat energie kost of juist oplevert. Zo ontwikkelen we handelingspatronen die ons houvast bieden. Maar wat nu als de organisatie een iets andere kant op wil? Voor sommige mensen hoeft veranderen niet zo nodig. Dat kan, maar de omgeving verandert wel. Hoe zorg je ervoor dat je toch (weer) zinvol werk kunt (blijven) doen?
De ervaring leert ons dat als we mensen in hun persoonlijke stijl weten te raken, de kans op een effectieve aanpak wordt vergroot. Dit lukt als mensen openstaan voor een eerlijke, kritische kijk op hun houding en gedrag en voor een verbetering daarvan.
Bij onze aanpak doen we niets overhaast. Stap voor stap gaan we door de volgende stadia:
Via persoonsgerichte programma's brengen we mensen nieuwe vaardigheden bij, of we scherpen reeds aanwezige kwaliteiten aan.
Soms lukt het niet om op een onderdeel de persoonlijke effectiviteit van een medewerker te verbeteren. Geen probleem. In dat geval zoeken we samen binnen de organisatie naar een oplossing. Voorbeeld: een directeur die niet sterk is in planmatig werken, laat de planning van de schoolontwikkeling voortaan over aan een collega die hierin juist een kei is.
Het doel is immers dat alle medewerkers samen de voor uw organisatie gewenste resultaten bereiken. Met de juiste mensen op de juiste plek is de organisatie beter af. Dan worden kennis, denkkracht en creativiteit beter benut.